Stroomlijn de invoering van service virtualisatie met een gebruiksvriendelijke thin-client interface.

Met Service Virtualisatie kunt u lichtgewicht virtuele services creëren via een intuïtieve script-loze interface. Ontwikkelaars, testers en DevOps engineers kunnen eenvoudig virtuele assets en voorgeconfigureerde testomgevingen creëren, samenwerken en hergebruiken. U kunt ook het gebruik en de adoptie van service virtualisatie-artefacten bijhouden om de ROI van hun servicevirtualisatie-initiatief te begrijpen.

Wijzig snel het gedrag van uw testomgeving zonder dat u uw applicatie opnieuw hoeft te implementeren

Gebruik proxies om dynamisch over te schakelen naar failover mode als een echt systeem ooit off-line gaat. Gebruik de thin-client interface of Parasoft’s programmatische REST API om de functionaliteit, data en performance karakteristieken van de testomgeving te controleren door snel te schakelen tussen verschillende configuraties van live en virtuele afhankelijkheden. Verbind Service Virtualisatie met uw CI infrastructuur om dynamisch wegwerp testomgevingen in te zetten en te vernietigen als onderdeel van uw Continuous Delivery pijplijn.

Krijg direct inzicht in de algehele toestand van uw testomgeving

Integreer component health checks in uw testomgeving voorafgaand aan testuitvoering en maak het mogelijk ze uit te voeren als testomgevingen worden ingericht, zodat testers een self-service methode hebben om ervoor te zorgen dat hun omgevingen zich precies gedragen zoals ze nodig hebben, wanneer ze nodig zijn.

 1 Dashboard
Service Virtualisatie maakt het eenvoudig om de beschikbaarheid en het gebruik van deze middelen te coördineren door ze beschikbaar te maken voor het team om ze on-demand zelf te provisionen. Met een intuïtieve browser-gebaseerde interface, hebben gebruikers toegang tot de bibliotheek van assets, deze te beheren en verschillende assets te bundelen in een virtuele testomgeving voor directe toegang.

2 Omgevings visibility, monitoring en health checks
Service Virtualisatie representeerd testomgevingen als visuele diagrammen die organisatorisch en geografisch gescheiden teams in staat stellen om op één lijn te komen over welke componenten nodig zijn voor testuitvoering. Van daaruit kan een uniforme testuitvoeringsstrategie worden ontwikkeld die virtuele services omvat om gaten op te vullen waar componenten niet beschikbaar, instabiel of voortdurend in ontwikkeling zijn.

Weten wanneer de testomgeving klaar is voor testen kan een enorme tijdsbesparing opleveren en tegelijkertijd omgevingsgebaseerde testfouten elimineren. Met Parasoft Virtualize, kunt u identificeren welke componenten in de testomgeving zich misdragen of niet synchroon lopen, zodat ze dynamisch vervangen kunnen worden door virtuele services. Elk van deze componenten kan worden gemonitord in real-time om de stroom van informatie door het systeem te begrijpen, en preventief de gezondheid van componenten te valideren voorafgaand aan de uitvoering van de test. Door echte systeemtransacties vast te leggen, maakt Service Virtualisatie het mogelijk om realistischere virtuele services te creëren.

3 Provisioning van virtuele services
Gebruikers van service virtualisatie kunnen lichtgewicht virtuele services creëren, zowel via de feature-rijke desktop als via de intuïtieve web interface die zelfs beginnende gebruikers in staat stelt om simulaties te bouwen van service definities, opgenomen verkeer, of zelfs prototype services die nog niet bestaan. Deze diensten kunnen vervolgens worden toegevoegd aan een omgeving waar ze kunnen worden geleverd en geconsumeerd door niet-virtualisatie-experts.

De prestatiekenmerken van virtuele diensten kunnen ook worden gecontroleerd. Ter ondersteuning van performance testing in eerdere stadia kunnen gebruikers virtuele services bouwen met realistische (of onverwachte) prestatieprofielen, bestaande testomgevingen uitbreiden met proxies om de verkeersstroom dynamisch om te leiden en snelle omschakeling mogelijk te maken tussen echte en gesimuleerde versies van uw afhankelijkheden zonder de applicatie opnieuw te hoeven implementeren.

 4 Stabiliseer de test omgeving
Op basis van “proxies” die zich bevinden tussen de applicatie  en zijn afhankelijke componenten en zullen dynamisch overschakelen naar failover mode als het echte systeem ooit off-line gaat. In failover-modus wordt al het serviceverkeer omgeleid naar een virtuele service om uw omgeving stabiel te houden.

Gebruikers kunnen groepen virtuele services bundelen tot een omgevingsinstantie die specifiek gedrag biedt om een specifiek testinitiatief te ondersteunen (bijvoorbeeld positief gedrag wanneer QA het goed pad test, negatief gedrag wanneer development  iets moet reproduceren, snelle of langzame performance om belastingstesten te ondersteunen, etc.). Deze instanties kunnen vervolgens worden geselecteerd en beschikbaar gesteld in een self-service methode door testers, om ervoor te zorgen dat hun omgevingen zich precies gedragen zoals ze nodig hebben, wanneer ze dat nodig hebben.

Gebruikers kunnen gebruik maken van omgevingspresets om testomgevingen te configureren voorafgaand aan nachtelijke (of continue) geautomatiseerde testuitvoering, en hoeven zich geen zorgen te maken dat de omgeving testgevallen doet mislukken. Door Service Virtualisatie  te verbinden met de CI infrastructuur, kunnen gebruikers dynamisch wegwerp testomgevingen deployen-and-destroyen als onderdeel van de Continuous Delivery pijplijn.

5 Coördinatie over de DevOps teams heen
Host veelgebruikte virtuele services in uw eigen interne repository om niet alleen het delen van virtuele services te bevorderen, maar ook gebruikers te helpen begrijpen welke virtuele services er in de bibliotheek bestaan en snelle implementatie mogelijk te maken op een gedeelde server of lokale omgeving.

Kloon volledige omgevingen voor gebruik bij het testen en implementeer alle artefacten test cases test en test data ofwel naar uw lokale omgeving of naar een container omgeving voor snel testen.

Maak gebruik van de test data repository om toegang te krijgen tot waardevolle data in uw virtuele services. Gebruikers kunnen samenwerken op teamniveau door een repository te delen of een individu kan zijn eigen privé repository hosten die alleen de data bevat die hij nodig heeft.